De huurwaarborg in België: algemeen principe
Bij de verhuur van vastgoed in België wordt er standaard een huurwaarborg voorzien. Of u nu verhuurder of huurder bent, het is essentieel om uw rechten en plichten te kennen om geschillen te vermijden bij de ondertekening van het huurcontract, tijdens de huurperiode of bij de teruggave van het pand.
De regels omtrent de huurwaarborg verschillen per regio, aangezien de bevoegdheid bij de deelstaten ligt. In dit artikel worden de verschillen uitgelegd voor Wallonië, Brussel en Vlaanderen.
In essentie betreft de huurwaarborg een geblokkeerde som geld gedurende de huurperiode. Ze dient ter bescherming van de verhuurder tegen wanbetalingen of schade. De huurwaarborg is niet wettelijk verplicht, maar wordt in de meeste residentiële huurcontracten wel gevraagd.
Doorgaans mag de waarborg maximaal twee maanden huur bedragen als ze op een geblokkeerde bankrekening staat. Bij tussenkomst van een derde, zoals een OCMW of ander sociaal fonds, kan dit maximaal drie maanden zijn. De gelden worden op een afgescheiden rekening geplaatst en de huurder ontvangt de rente.
Rechten en plichten van de huurder
De huurder mag zelf kiezen op welke wettelijk voorziene manier hij de huurwaarborg stelt: via een geblokkeerde bankrekening, via sociale instanties of soms via specifieke instellingen.
Gedurende de huur blijft het kapitaal eigendom van de huurder. Hij heeft recht op de rente bij het einde van het huurcontract. De huurder moet het pand in goede staat achterlaten volgens het huurcontract en het opgemaakt plaatsbeschrijvingsrapport. Bij schade kan de verhuurder (een deel van) de waarborg inhouden voor herstelkosten.
Rechten en plichten van de verhuurder
De verhuurder mag de huurwaarborg niet vragen vóór de sleuteloverdracht, maar niet buiten de wettelijk bepaalde maximumlimieten. Aan de gelden tijdens de huurperiode mag hij niet raken. De vrijgave gebeurt pas na afloop, met wederzijds akkoord of via een rechterlijke beslissing.
Bij betwisting omtrent inhoudingen moet de verhuurder bewijs kunnen voorleggen, zoals facturen of expertiseverslagen.
Regionale verschillen: Wallonië, Brussel en Vlaanderen
Sinds de zesde staatsherziening zijn huurwetgevingen regionaal geregeld.
Wallonië
Volgens het Waalse decreet van 15 maart 2018 mag de huurwaarborg maximaal twee maanden huur bedragen bij een traditionele geblokkeerde rekening. De terugbetaling kan enkel met goedkeuring van beide partijen of via een rechter. Het huurcontract moet verplichte clausules bevatten over de waarborg.
Brussel
De Brusselse ordonnantie van 27 juli 2017 hanteert gelijkaardige regels, maar legt strengere waarborgen in het voordeel van de huurder, met name omtrent de vrijgaveprocedure. De inzet van speciale geblokkeerde rekeningen wordt sterk aangemoedigd.
Vlaanderen
Het Vlaamse decreet van 9 november 2018 regelt de huurwaarborg eveneens. Vlaanderen stimuleert het gebruik van alternatieve waarborgsystemen via partners die huurders met beperkte middelen kunnen ondersteunen bij het halen van de waarborg.
Teruggave van de huurwaarborg
Bij afloop van het huurcontract is de teruggave van de waarborg een kritische fase. Huurder en verhuurder stellen samen een plaatsbeschrijving op bij vertrek. Als de toestand overeenkomt met die bij intrede, krijgt de huurder de volledige waarborg plus rente terug.
Bij schade of openstaande huur kan de verhuurder kosten inhouden. Bij meningsverschil kan een van de partijen de vrederechter inschakelen.
In België vormt de huurwaarborg zowel een bescherming voor de verhuurder (tegen wanbetaling en schade) als voor de huurder (tegen onterechte financiële claims). Hoewel de regelgeving per regio licht verschilt, blijven de algemene principes gelijk.
Informeer u grondig vóór het ondertekenen van een huurcontract en controleer of de waarborgregeling voldoet aan de geldende regionale wetgeving. Een goed begrip van uw rechten en plichten voorkomt vele conflicten en zorgt voor een vlot huurverloop voor beide partijen.
